Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 2007
Weerstandsvermogen te complex voor gemeenteraadsleden en dus vooral voor het college? Neen, de gemeenteraad bepaalt het risicoprofiel van een gemeente en dus de hoogte van de buffer! Van gemeenten wordt beheersmatig veel gevraagd. Voorbeelden hiervan zijn de Wet werk en bijstand (Wwb) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het financiële kader is daarin niet onbelangrijk. Risico’s en risicomanagement staan dan ook volop in de belangstelling.
Deze Handreiking Weerstandsvermogen voor Raadsleden is bedoeld als wegwijzer bij de kaderstellende en controlerende taak van de gemeenteraad op het gebied van het weerstandsvermogen. Deze handreiking is geen handleiding of blauwdruk, maar probeert raadsleden te prikkelen en handvatten te geven voor een verdere kennisontwikkeling.
Een gemeente loopt tal van risico’s. Een deel van de risico’s wordt afgedekt door specifieke maatregelen. Voorbeelden hiervan zijn het afsluiten van verzekeringen en het inrichten van de Interne Controle. Naast de afgedekte risico’s, loopt een gemeente ook altijd risico’s die niet (kunnen) worden afgedekt.
Zo kan een gemeente met een omvangrijke haven bijvoorbeeld wel een inschatting maken van de kosten die gemoeid zouden zijn met het optreden van een eventuele calamiteit, maar zou een verzekering hiertegen eenvoudig te duur worden. Een dergelijke calamiteit zou tot onvoorziene kosten kunnen leiden. Om te voorkomen dat er ingrijpende beleidswijzigingen moeten worden doorgevoerd bij het voordoen van niet afgedekte risico’s, dient een gemeente een capaciteit te bezitten om dergelijke zaken op te vangen. Die capaciteit wordt ook wel het weerstandscapaciteit genoemd.
Het weerstandsvermogen geeft de relatie aan tussen de risico’s waar geen maatregelen voor zijn getroffen en de capaciteit die een gemeente heeft om die niet begrote kosten op te vangen: Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), artikel 11.
De capaciteit waar een gemeente over beschikt, bestaat uit (stille) reserves, de onbenutte belastingcapaciteit en eventuele bezuinigingsmogelijkheden. Let wel, het karakter van deze componenten is verschillend. Zo kunnen reserves slechts eenmalig worden ingezet en kent de belastingcapaciteit een structureel karakter. Daarnaast vormen bezuinigings-mogelijkheden een capaciteit die nog gerealiseerd moet worden.
Voorzieningen behoren niet tot de weerstandscapaciteit. Het gaat hier om zogenaamd ‘geoormerkt’ geld waarover niet vrij kan worden beschikt om elke willekeurige tegenvaller op te vangen.
“Een risico is de kans op het optreden van een gebeurtenis met een negatief gevolg voor de betrokkenen.”
Het weerstandsvermogen geeft antwoord op de vraag in hoeverre een gemeente in staat is om nog niet afgedekte risico’s op te vangen. Dit is dus een belangrijk aandachtspunt voor elke gemeente. Binnen de begroting en het jaarverslag wordt het weerstandsvermogen behandeld in een paragraaf. De paragraaf weerstandsvermogen is direct verbonden met alle programma’s en de gehele bedrijfsvoering van een gemeente. Doordat zich in alle programma’s risico’s voordoen, is de paragraaf weerstandsvermogen feitelijk een dwarsdoorsnede van de programma’s.