Koos van Houdt | februari 2023
Onlangs herinnerde Jack Kruf op deze plek eraan dat ik op 2 juni 2016 de onderscheiding ‘Medaille Mérite Européen in zilver’ ontving tijdens een mooie bijeenkomst in de toenmalige en hopelijk ook toekomstige vergaderzaal van de Eerste Kamer aan het Binnenhof in Den Haag. Ik kreeg die onderscheiding vanwege mijn inspanningen sinds het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw in de Europese politieke journalistiek.
Nederland is tegenwoordig overladen met journalistieke prijzen. Dat is een aan de journalistiek wezensvreemd geval. Meestal moet je er ook om bedelen, voor je in aanmerking komt. De Anne Vondelingprijs voor politieke journalistiek kreeg ook nog eens de klap te verwerken van een jurylid, Sywert van Lienden, die niet alleen te jong was voor een zetel in de jury, maar ook te corrupt. Naar zo’n prijs zal ik als onafhankelijk journalist niet hengelen. Ook al doe ik al bijna 45 jaar aan politieke journalistiek.

Prijsuitreiking Fondation du Mérite Européen in de Eerste Kamer op 2 juni 2016: v.l.n.r. Koos van Houdt, Caroline de Gruyter, Geert Mak en Jacques Santer.
De onderscheiding die ik kreeg, is niet specifiek voor journalisten. Er kwamen dan ook maar heel weinig Nederlandse vakgenoten ooit voor in aanmerking. De reden dat ik meende deze prijs wel in ontvangst te willen nemen, was dat mij deze ongevraagd en zonder een hengelpartij van mijn kant werd aangeboden. Bovendien was er de uitdrukkelijke overweging, dat niet was gekeken of ik als journalist wel de gewenste opvattingen over de Europese Unie had beschreven. Kortom, mijn onafhankelijkheid was en bleef gegarandeerd. Zo voelde het eervol en integer.
Op die middag beloofde ik de aanwezigen in de vergaderzaal van de Eerste Kamer een boek te schrijven. Daarin zou ik de belangrijkste zichtlijnen van de ontwikkelingen binnen de Europese Unie onder woorden brengen. Op zich als dank voor de onderscheiding. Maar vooral ook als een onafhankelijke visie op een Unie, die veel relevanter is voor ieder van ons, dan velen willen erkennen.
Relevantie
Dat is in één term de journalistieke rechtvaardiging om me met dit onderwerp zo lang als journalist bezig te houden. We leven in dagen van een daadwerkelijke oorlog op het Europese continent. De gevolgen van die oorlog zouden voor ons nog veel ernstiger uitpakken als een groot deel van dat continent zich de afgelopen 65 jaar niet steeds meer had verenigd in de Europese Unie.
Mijn boek ‘Unieke Unie’ is niet een lofzang op die Unie, maar een toelichting. Ik zou als journalist mijn geloofwaardigheid verliezen, ware dat anders. Toch heb ik aan het eind van het schrijfproces van dat boek bewust deze titel gekozen. Een eerdere inval werd gedegradeerd tot ondertitel. Waarover hieronder meer.
Dit boek, uitgegeven door Virtupress, is journalistiek van opzet. Het is de weerslag van een journalistieke reis van bijna dertig jaar door de wereld die Europese Unie heet. Het begon heel klein in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Maar toen al begonnen juristen te wijzen op het unieke karakter van deze Unie: geen internationale organisatie, maar een organisatie die juristen ‘sui generis‘ plegen te noemen. Een Unie met eigen unieke rechtsorde. Overeenkomstig de bedoelingen van de oprichters groeit die Unie maar steeds door. Ook nu nog, nu het al weer 2020 is.
Eerst dus maar die unieke Unie. Bij het ontstaan van de voorgangers van de Europese Unie in de jaren vijftig, werd iets bedacht dat in de hele wereld nog niet voorkwam. De oorlogsindustrie in de sectoren van kolen en staal moest omgebouwd worden tot vredesindustrie. Daar werd een boven-nationale, op Europese leest geschoeide Hoge Autoriteit opgezet. Jean Monnet bedacht het. En hij werd de eerste voorzitter van deze Hoge Autoriteit. Of je nu voor of tegen supranationaliteit zou zijn, dit was het begin ervan. Het was uniek in zijn ontstaan. Nog steeds vind je nergens in de wereld iets vergelijkbaars. Deze afspraak in de Europese verdragen is uniek in de wereld.
Toen in de jaren na het Verdrag van Rome uit 1957 het voormalige transportbedrijf Van Gend & Loos een chemische stof voor de conservering van menselijke lijken van Duitsland naar Nederland vervoerde, moesten er op last van de Nederlandse regering hogere invoerrechten worden betaald dan ten tijde van de invoering van het Verdrag van Rome golden. Het leidde in 1963 tot het baanbrekende Van Gend & Loosarrest van het Europese Hof van Justitie. Uniek. Niet een nationale maar een boven-nationale rechtbank besliste. Ook uniek: de hogere invoerrechten van de Nederlandse regering werden onrechtmatig verklaard.
Al vanaf het begin van de Europese integratie ontstonden er dus organen en instellingen, die meer konden dan alleen bij unanimiteit internationale besluiten nemen. De institutionele structuur van eerst de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, daarna die van de Europese Gemeenschappen en sinds het Verdrag van Maastricht in 1992 de Europese Unie is dus uniek in de wereld. De onafhankelijke rechtspraak op Europees niveau is ook in zichzelf uniek.
Ik volg daarom de opvattingen van Laurens Jan Brinkhorst, die in het begin van de jaren zeventig Europees recht doceerde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Als jong student kon ik dat nog net meekrijgen, vlak voordat hij naar Den Haag vertrok om staatssecretaris van Europese zaken te worden in het kabinet-Den Uyl. De Europese rechtsorde is een complete en zelfstandige rechtsorde naast die van het Nederlands recht en het internationale recht. Uniek.
Maar daar bleef het niet bij. In de jaren tachtig werd, voorafgaand aan het unieke Verdrag van Maastricht onderhandeld en beslist over het verdrag tot oprichting van de Europese interne markt. Dat in 1986 vastgestelde en op 1 januari 1993 ingevoerde verdrag luisterde in het Frans naar de naam ‘Acte Unique’. De geïntegreerde Europese interne markt is nog steeds uniek in de wereld. Vooral ook omdat er een onnavolgbare praktijk ontstond, waarbij Europese en nationale politiek in een voortdurend spel van onderhandelingen daarover beslissingen nemen. Die beslissingen kunnen veelal bij meerderheid worden genomen en vereisen geen unanimiteit.
‘Europees denken is onmisbaar’
Deze unieke constructie bracht en brengt ons nog steeds veel. Ook Europese wetgeving die de gang der dingen op nationaal niveau stevig kan beïnvloeden. Het stikstofdrama is daarom ook een drama op die unieke Europese interne markt. Andere nooit gedachte voorbeelden: het Europese formaat voor onze paspoorten en rijbewijzen. Het inmiddels in Den Haag hoog oplopende debat over een Europees geregelde elektronische portefeuille voor onze identiteitsbewijzen is daarom een loos debat. We zullen er niet aan ontkomen. In Estland kun je leren hoe dat het leven daar een stuk aangenamer heeft gemaakt.
Het laatste debat leert ons ook dat we het in Nederland moeilijk hebben met het fenomeen ‘Europees denken’. De ondertitel van mijn boek: ‘Europees denken is onmisbaar’. Ik begrijp dat tot zelfs in de rangen van hoogleraren in dit land wordt gezegd, dat de Europese wetgeving niet zo mag ingrijpen in de nationale cultuur. Dat is dan een probleem dat al sinds die oprichting van de Europese Unie en de voorgangers ervan speelt. In politiek Den Haag wil men nog steeds nadenken vanuit het beginsel ‘nationaal denken over Europese integratie’. Door de unieke kenmerken van de Europese Unie, denk ik dat zulks voltooid verleden tijd is en dat we dus maar beter kunnen leren Europees te denken over de nationale ontwikkelingen.
Proeftuin; de provincie Groningen. Alles wat mis ging rondom de winning van aardgas was nationaal beleid. Alles wat intussen al weer goed gaat in Groningen is te danken aan bestuurlijke samenwerking tussen Europese en regionale overheden. Politiek Den Haag heeft vooral het nakijken in Groningen.
Bibliografie
Houdt, K. van (2020) Unieke Unie: Europees denken onontkoombaar. Den Ham: Virtupress Uitgeverij.
* Koos van Houdt is eigenaar van Virtupress en is bereikbaar via e-mail, Twitter en LinkedIn.
** Fondation du Mérite Européen is een stichting die bijdraagt aan versterking van het Europees bewustzijn in verband met de werkelijke realisering van een Europese Unie en die onderscheidingen toekent aan personen en instellingen die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor de Europese samenwerking.